Waterketel op komfoor met losse brander met lont. De afgeplatte bolvormige pot (meloenvormig) heeft vertikale lobben waarvan er een paar versierd zijn met bloem en blad motieven en heeft een iets verhoogde ronde voet en een s-vormige tuit. De getrapt iets bolle deksel wordt bekroond met een boemtakje als knop. Het scharnierend handvat heeft een ivoren middenstuk gevat in zilveren voluutvormige aanzetstukken met aan de uiteinde opkrullende acantus bladeren waarin het ivoren middenstuk is bevestigd. Aan weerszijde van de pot zitten 2 pinnen waarop de waterketel rust op de 2 voluutvormige houders van het komfoor. Het Komfoor heeft een getrapte verhoogde ronde voet met vier pootjes in de vorm van een opkrullend acantusblad versierd met florale motieven.